Inleiding

In deze barre tijden van Corona zou je als ondernemer en/of WWFT instelling de komende wetgeving die van belang is voor de onderneming haast uit het oog verliezen.

Een van deze wetsvoorstellen is de instelling van en de verplichting tot het invoeren en bijhouden van UBO gegevens in een UBO register in het kader van de strijd van de overheid tegen het witwassen en de financiering van terrorisme.

Op dit moment is in de Eerste Kamer een wetsvoorstel over dit onderwerp aanhangig. (Kamerstuk 35.179: Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten).

Het voorstel is gedateerd 10 december 2019 en bevat wijzigingen die voor ondernemingen en WWFT instellingen ingrijpende gevolgen kan hebben.

Het bestaat uit een wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT) en een aantal andere wetten (Handelsregisterwet, artikel 289 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 51 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES, de Wet op de Economische delicten ).

Op 12 maart 2020 heeft de voorzitter van de eerste Kamer een zogenaamd verzoek om voorlichting toegestuurd aan de Raad van State dat wil zeggen een verzoek tot advisering op grond van artikel 21a van de Wet op de Raad van State.

De definitieve tekst van de wetswijziging en de datum van inwerkingtreden zijn derhalve nog ongewis.

In de andere EU lidstaten zal een UBO register ook in de loop van dit jaar worden ingevoerd. In België is dat al het geval en moesten ondernemingen uiterlijk op 30 september 2019 de UBO(‘S) registreren waarbij een gedoogbeleid werd gehanteerd tot 31 december 2019.(1)

De term UBO

Veelal wordt de term UBO gebruikt de Engelse afkorting van Ultimate Beneficial Owner die in de Nederlandse wetgeving wordt aangeduid als: uiteindelijk belanghebbende. De huidige WWFT definieert ‘uiteindelijk belanghebbende’ als volgt:

Natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een cliënt, dan wel de natuurlijke persoon voor wiens rekening een transactie of activiteit wordt verricht

In het wetsontwerp, dat een nationale uitwerking is van Europese regelgeving de zogenaamde vierde anti-witwas richtlijn (2), wordt in artikel 1 voor deze definitie verwezen naar artikel 10 a eerste lid van de WWFT waar een nieuwe definitie wordt opgenomen die luidt als volgt:

De natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit.(3)

Inhoud van het wetsvoorstel

Het register

Het huidige wetsvoorstel voorziet in het instellen van een UBO register dat technisch wordt ingericht en in standgehouden door de Kamer(s) van Koophandel. Een voor de hand liggende keuze.

Wie moeten registreren?

Op grond van het (nieuwe) artikel 15a van de Handelsregisterwet wordt in het Handelsregister opgenomen wie de uiteindelijke belanghebbende is van vennootschappen of andere juridische entiteiten als bedoeld in artikel 10 a tweede lid (nieuw artikel) van de WWFT .

Dat zijn onder andere besloten en naamloze vennootschappen, verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid, onderlinge waarborgmaatschappijen, coöperaties , stichtingen , maatschappen, commanditaire vennootschappen, rederijen en Europees economische samenwerkingsverbanden.

Van de registratieverplichting die is opgenomen in artikel 15a van de Handelsregisterwet is een klein aantal organisaties uitgesloten: eenmanszaken, publiekrechtelijke rechtspersonen, verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid die geen onderneming drijven, verenigingen van eigenaars en kerkgenootschappen.

Nota bene buitenlandse vennootschappen met een hoofdvestiging of een nevenvestiging hoeven ook geen UBO informatie te registreren. De achterliggende gedachte is dat daarmee wordt voorkomen dat dergelijke vennootschappen in iedere lidstaat de uiterlijk belanghebbenden moeten registreren. Wat te doen met vennootschappen van buiten de Europese Economische ruimte is niet duidelijk, maar daarvoor zal naar mijn mening in ieder geval ook een registratieverplichting moeten worden opgenomen indien zij vestigingen hebben binnen de Europese Economische ruimte om te voorkomen dat het wetsvoorstel na inwerkingtreding er van op dit punt weinig effectief is.

Wat moet worden geregistreerd en gedeponeerd?

Van de uiteindelijke belanghebbende worden de volgende gegevens in het register opgenomen:

  • het BSN, of het fiscaal identificatie nummer van het land (anders dan Nederland) waarvan deze persoon ingezetene is,
  • naam
  • geboortejaar
  • woonstaat
  • nationaliteit
  • geboortedag
  • geboorteplaats
  • geboorteland
  • woonadres

Daarnaast dient te worden vermeld:

  • de aard van het economisch belang van de uiteindelijk belanghebbende
  • de omvang van het economisch belang aangeduid in bij algemene maatregel vanbestuur vast te stellen klassen.

Daarnaast worden ten aanzien van de uiterlijk belanghebbende tevens gedeponeerd:

  • afschriften van documenten aan de hand waarvan de voornoemde gegevens zijn geverifieerd en
  • afschriften aan de hand waarvan de aard en de omvang van het economische belang blijken.

Inzage in en toegang tot het UB register:

Een aantal gegevens van het register wordt openbaar toegankelijk:

  • naam
  • geboortemaand en jaar, woonstaat, nationaliteit en aard en omvang van het door de UB gehouden economisch belang
  • de omvang van het economisch belang zal niet exact worden aangegeven maar er zal worden gewerkt met bandbreedtes: 25 %-50%, 50%-75% 75 % -100%. Dit moet nog in een algemene maatregel van bestuur worden uitgewerkt.

De overige gegevens zullen worden afgeschermd omwille van de privacy en zijn uitsluitend toegankelijk voor de bevoegde autoriteiten en de Financiële Inlichtingen Eenheid.

Tegen onder andere dit laatste is door de Koninklijke Notariële broederschap bezwaar gemaakt (4) en naar mijn mening terecht. Notarissen vervullen onder andere bij de oprichting van vennootschappen, wijziging van statuten en de overdracht van aandelen een cruciale functie in het rechtsverkeer en zouden uit dien hoofde ook toegang tot deze gegevens moeten kunnen hebben om hun ambt goed te kunnen vervullen. Naar mijn mening moet dit ook voor advocaten worden toegestaan, omdat zij anders hun cliënten niet goed en volledig kunnen adviseren over de vraag of de cliënt(e) aan haar/zijn wettelijke registratieverlichtingen heeft voldaan. Ook de rechtspersonen zelf zouden in mijn optiek om die laatste reden toegang tot het afgeschermde gedeelte moeten hebben.

Daarnaast werd nog een aantal andere serieuze bezwaren geuit door de broederschap te weten: (i) toegang tot privacy gevoelige informatie van een uiteindelijke belanghebbenden zou voor bepaalde groepen personen een veiligheidsrisico met zich kunnen brengen (ii) het systeem is fraudegevoelig en daarom voor de handhaving is weinig effectief (een standpunt dat ook door de belastingdienst wordt gedeeld), (iii) de invoering ervan zal voor het bedrijfsleven en de meldplichtige instellingen grote administratieve lasten en hoge kosten met zich brengen.

Om aan een aantal van deze bezwaren tegemoet te komen werd voorgesteld om een centraal aandeelhoudersregister in te voeren. In een advies van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en de Orde van Advocaten (5) zijn deze bezwaren helder uiteengezet.

Aan deze bezwaren lijkt in het wetsvoorstel dat inmiddels voor advisering aan de Raad van State is gestuurd niet of nauwelijks aan tegemoet te zijn gekomen.

Gevolgen van het niet naleven van de registratieverplichting

Indien niet aan de registratieverplichting wordt voldaan, is dat een overtreding van artikel 47 van de Handelsregisterwet. Dat is een economisch delict en wordt als een overtreding gekwalificeerd die kan worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste 6 maanden, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (maximaal € 21.750,–).

Naast strafrechtelijke handhaving is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk (het zogenaamde duale sanctiestelsel) waarbij men kan denken aan het opleggen van een last onder dwangsom (6) (om een rechtspersoon te dwingen de gegevens van de uiteindelijke belanghebbende alsnog te registreren: corrigerend en bestraffend karakter) en een bestuurlijke boete (7) (zuiver bestraffend karakter).

Conclusie

Er komt veel op de onderneming en WWFT instellingen af in de nabije toekomst voor wat betreft hun registratieverplichtingen en de gevolgen van het niet, niet tijdig of niet volledig voldoen aan deze verplichtingen zijn aanzienlijk.

De invoering van het UBO register op basis van het huidige wetsvoorstel leidt tot aanzienlijke administratieve lasten en kosten voor het bedrijfsleven en meldplichtige instellingen.

Aan de fundamentele bezwaren opgeworpen tegen het wetsontwerp is niet of nauwelijks tegemoet gekomen.

Het is nog onduidelijk wanneer deze wet in werking zal treden. Naar mijn mening is het politiek een gelopen race en is het niet de vraag of het UBO register er komt maar wanneer.

Het team van specialisten van Forward Advocaten is graag bereid om u op de voorbereiding van de wetswijziging met raad en daad bij te staan en natuurlijk ook voor andere vragen op het gebied van de WWFT. U kunt daarvoor contact opnemen met de WWFT specialist Jan van der Valk (j.vandervalk@forwardadvocaten.nl)

page4image3693312

 

(1) Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten van 18 september 2017 C − 2017/13368 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 6 oktober 2017 en inwerking getreden op 16 oktober 2017 en het Koninklijk besluit betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register van 30 juli 2018 (Belgisch Staatsblad 14 augustus 2018)

(2) vierde anti-witwasrichtlijn: richtlijn 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012

(3) Een interessante definitie, omdat ons gesloten stelsel van rechtspersonen het begrip juridische entiteit niet kent.

(4) Bij brief van 17 mei 2019 aan de Tweede kamer voorafgaand aan een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer op 22 mei 2019

(5) Advies inzake de consultatie over het Implementatiebesluit registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten van de gecombineerde commissie vennootschapsrecht van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en de Orde van Advocaten van 1 juli 2019

(6)De last onder bestuursdwang is een bestuursrechtelijk herstelsanctie die vooral wordt toegepast in bepaalde specifieke situaties waar direct(er) ingrijpen wenselijk is gelet op de (wettelijk) te beschermen belangen.

(7) De bestuurlijke boete is een bestuursrechtelijk sanctioneringsmiddel dat zonder tussenkomst van het Openbaar Ministerie of een rechter kan worden opgelegd door een daartoe bevoegde overheidsdienst. De boete is geregeld in titel 5.4 van de Awb.

 

Spread the word. Share this post!

Vragen over dit artikel? Neem contact op met Jan van der Valk.