Bij het contracteren in de dagelijkse praktijk wordt als vrijwel vanzelfsprekend in veel contracten een keuze gemaakt voor een rechtsprekende instantie in een bepaald arrondissement of een arbitrage instituut welke exclusief bevoegd is om over geschillen tussen partijen te beslissen. Een dergelijke forumkeuze is naar Nederlands recht in veel gevallen mogelijk.

Deze expliciete keuze door contractpartijen kan om diverse redenen worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld goede ervaringen met een bepaalde instantie, het voorkomen van hoge kosten, het vermijden van een procedure waarvan de behandeling in het openbaar plaatsvindt, indien er sprake is van zeer vertrouwelijke of gevoelige materie, of de mogelijkheid om een beroep te kunnen doen op specifieke deskundigheid. In de laatste twee gevallen zal veelal worden gekozen voor arbitrage.

Een dergelijke zogenaamde forumkeuzeclausule verdient in het bijzonder aandacht, wanneer één of meerdere contractpartijen buiten Nederland zijn gevestigd of de uitvoering van de overeenkomst (geheel of gedeeltelijk) buiten Nederland plaatsvindt. Indien er in Nederland voor een civiele rechter wordt geprocedeerd en deze procedure leidt tot een vonnis dat tegen een of meerdere contractpartijen ten uitvoer zal moeten worden gelegd, zal dat in de meeste Europese landen geen probleem zijn. Een Nederlands vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan en/of uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, kan immers in alle landen behorend tot de zogenaamde Europese Economische Ruimte (voor een overzicht zie: Overzicht EEU landen) ten uitvoer worden gelegd op grond van de EEX Executie Verordening (EU Verordening van 10 januari 2015, nr 2015/2012). Op basis van deze verordening kan een Nederlands vonnis in deze landen ten uitvoer worden gelegd zonder dat aanvullend verlof van een nationale rechter is vereist. Dit geldt voor procedures die op of na 10 januari 2015 aanhangig zijn gemaakt. Wel zal voor een beëdigde vertaling in de taal van het land van tenuitvoerlegging moeten worden zorg gedragen.

Buiten Europa wordt het aanzienlijk complexer. Voor de tenuitvoerlegging van Nederlandse vonnissen buiten Europa is het zogenaamde Haagse Forumkeuzeverdrag van 30 juni 2005 (Trb, 2005,101) van toepassing. Dit verdrag is voor Nederland in werking getreden op 1 oktober 2015 en is uitsluitend van toepassing op burgerlijke handelszaken (dus niet op bij voorbeeld familierechtelijke aangelegenheden of geschillen over nalatenschappen). Alle EU-lidstaten zijn partij bij dit verdrag. Maar slechts voor een zeer beperkt aantal landen buiten de EU heeft dit verdrag werking: Mexico en Singapore. De Verenigde Staten en China zijn weliswaar partij bij dit verdrag maar hebben het verdrag niet geratificeerd (bekrachtigd) waardoor het in die landen niet in werking is getreden. Nederlandse vonnissen zijn dus ook maar in een zeer klein aantal gevallen ten uitvoer te leggen buiten Europa.

Voor dergelijke gevallen is het van belang om in contracten (en algemene voorwaarden) te opteren voor arbitrage. Een arbitraal vonnis kan op grond van het zogenaamde Verdrag van New York over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken van 10 juni 1958 (Trb, 1958,148) in de landen die het verdrag hebben ondertekend en geratificeerd ten uitvoer worden gelegd. Dit verdrag kan worden gebruikt in 157 landen waaronder China en de Verenigde Staten. Nederland kan van deze mogelijkheid gebruikmaken sinds 23 juli 1964. Suriname is een van de weinige landen waarvoor het Verdrag van New York niet geldt, omdat Suriname geen partij is bij dit verdrag. Daarom is er tussen Nederland en Suriname een apart verdrag over de tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken en authentieke aktes tot stand gekomen (destijds opgesteld in aanloop naar de onafhankelijkheid van Suriname): het Verdrag van 27 augustus 1976 (Trb 1976,144).

Voor internationale geschillen dient nog te worden vermeld de sinds 1 januari 2019 bestaande mogelijkheid van de Netherlands Commercial Court (NCC) in Amsterdam waar internationale commerciële civiele geschillen worden berecht in de Engelse taal, hetgeen voor procespartijen die de Nederlandse taal niet beheersen een uitkomst kan zijn. Een uitspraak van de NCC is op dezelfde wijze tegen een procespartij uitvoerbaar als in het vorenstaande omschreven.

Conclusie:

Indien u contracteert met een contractpartij buiten Nederland, verdient de contractbepaling waarbij een rechter wordt aangewezen als bevoegde rechter, extra aandacht. Voor sommige andere bepalingen is het overigens ook verstandig om hun werking buiten Nederland nog eens extra te laten toetsen. Een goed voorbeeld in dit verband is de bepaling met betrekking tot het eigendomsvoorbehoud. Het toepasselijk recht daarop wordt in veel gevallen beheerst door het recht van het land waar de roerende zaak zich bevindt. Indien u dus zaken verkoopt en vervolgens levert aan een koper gevestigd buiten Nederland is het niet onwaarschijnlijk dat een ander recht de vragen over het door u als Nederlandse verkoper gemaakte eigendomsvoorbehoud beheerst. Ook de mogelijkheid om in het Engels te procederen voor de NCC in Amsterdam dient bij een forumkeuze in overweging te worden genomen. Laat u daarom over dit soort zaken goed adviseren door ter zake deskundigen, bij voorbeeld de leden van het Forward Litigation Team. U kunt  daarvoor contact opnemen met Forward partner Jan van der Valk (j.vandervalk@forwardadvocaten.nl).

 

Spread the word. Share this post!

Vragen over dit artikel? Neem contact op met Jan van der Valk.