De Aanvullingswet
Deze Aanvullingswet is recent ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel regelt de integratie in de Omgevingswet van een aantal instrumenten van grondbeleid, te weten voorkeursrechten, onteigening, landinrichting en kavelruil in het landelijk gebied. De Wet voorkeursrecht gemeenten, de Onteigeningswet en de Wet inrichting landelijk gebied worden daardoor vervangen met dit wetsvoorstel. Op de onteigeningsprocedures, die aanzienlijk wijzigen, wordt in dit onderdeel kort ingegaan.
Huidig recht (onteigeningswet)
Het huidige onteigeningsrecht kent een administratieve onteigeningsprocedure, uitmondend in een zogenaamd Koninklijk Besluit (KB) tot onteigening. Hierbij worden te onteigenen percelen door de Kroon aangewezen, en een gerechtelijke onteigeningsprocedure waarbij per perceel de te betalen schadeloosstelling aan de grondeigenaar door de civiele rechter wordt vastgesteld.
Het wetsvoorstel
De nieuwe regeling voor onteigening kent een drietal formele procedures;
- een onteigeningsprocedure;
- een schadeloosstellingsprocedure;
- en een regeling voor de eigendomsovergang
Onteigeningsprocedure (onteigeningsbeschikking)
In de nieuwe onteigeningsprocedure staan het algemeen belang dat met de onteigening wordt gediend (onteigeningsbelang), de noodzaak en urgentie van de onteigening centraal. De onroerende zaken die de onteigenaar door onteigening wenst te verwerven, worden aangewezen bij (onteigenings)beschikking. De bevoegdheid om te besluiten over onteigening wordt bij het bestuursorgaan zelf neergelegd (gemeenteraad, algemeen bestuur van het waterschap, provinciale staten of de verantwoordelijke Minister) en niet langer bij de Kroon.
Op de voorbereiding van de onteigeningsbeschikking is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing (afdeling 3.4 Awb). Belanghebbenden kunnen hun zienswijze over een ontwerp van de onteigeningsbeschikking bij het bestuursorgaan naar voren brengen. Nadat de onteigeningsbeschikking bekend is gemaakt aan de belanghebbenden, moet het bestuursorgaan de bestuursrechter (rechtbank) verzoeken de beschikking te bekrachtigen. Belanghebbenden kunnen bij de rechtbank hun bedenkingen tegen de onteigeningsbeschikking kenbaar maken, ook als zij in de voorbereidingsprocedure geen zienswijze naar voren hebben gebracht. Op basis van deze bedenkingen en een wettelijk vastgelegde basistoets die in alle gevallen moet worden uitgevoerd, beoordeelt de rechtbank of de onteigeningsbeschikking bekrachtigd kan worden. Tegen de bekrachtigingsuitspraak van de rechtbank staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Schadeloosstellingsprocedure
De taak om de schadeloosstelling vast te stellen blijft voorbehouden aan de burgerlijke rechter. Als minnelijke overeenstemming over de prijs van de onroerende zaak uitblijft, zal de onteigenaar de rechter verzoeken de schadeloosstelling vast te stellen. Ongewijzigd blijft dat in de procedure tot vaststelling van de schadeloosstelling, deskundigen worden benoemd met de opdracht een begroting van de schadeloosstelling op te stellen. De taak van de burgerlijke rechter beperkt zich tot het vaststellen van de schadeloosstelling. De rechtbank stelt de schadeloosstelling definitief vast bij beschikking, waartegen beroep in cassatie openstaat bij de Hoge Raad.
Eigendomsovergang
De eigendomsovergang komt tot stand door de inschrijving van de onteigeningsakte in de openbare registers. Op verzoek van de onteigenaar wordt deze akte opgemaakt door een notaris. Door de inschrijving van de onteigeningsakte in de openbare registers verkrijgt de onteigenaar de eigendom van de onroerende zaak, vrij van alle rechten die met betrekking tot deze zaak bestaan.
Bron: Kamerstukken II 2018/19, 35 133, nrs. 1-3
Forward Advocaten is een modern advocatenkantoor dat organisaties, overheden en ondernemers op effectieve wijze deskundig adviseert bij (complexe) juridische vraagstukken. Meer informatie? Neem dan contact op met Frans van der Loo.